Article
1921
Slapte
Onrustwekkend wordt de werkloosheid in Oss en omstreken.
De ramp, waarvan de stad en haar omgeving gedurende de oorlogsjaren gespaard bleef, dreigt thans over haar te komen.
Wel staat de zomer voor de deur en met den zomer een grooter gelegenheid tot arbeid op het veld, maar zooveel handen vragen werk, dat het moeilijk wezen zal, alle met landarbeid onledig te houden.
De vooruitzichten voor de plaatselijke industrieën schijnen, jammer genoeg, de vrees te wettigen, dat de ontslagen krachten moeilijk spoedig weer dienstbaar kunnen worden gesteld, ja zelfs nog meer ontslagen zullen moeten worden.
Wij hebben dezen toestand te aanvaarden.
Het zou ondankbaar zijn er tegen te morren, nadat wij boven vele andere plaatsen gedurende den oorlogstijd van deze ramp gevrijwaard bleven.
Maar we hebben niet minder dien toestand onder de oogen te zien en er lessen uit te trekken.
Het eerste, dat zich aan ons opdringt is, dat de slechte gevolgen, voor velen uit dezen toestand voortspruitend, ten deele te wijten zijn aan hun eigen schuld.
Al te zeer is te Oss verzuimd, een ambacht te leeren. Zonder rekening te houden met de wisseling der arbeidsgelegenheden en zich door degelijk ambachtsonderricht te wapenen tegen den tijd, dat de ongeschoolde arbeid ontbrak, is men naar de fabriek getogen, omdat men daar ‘dadelijk’ aan het verdienen kwam.
Oss heeft een goede ambachtsschool. Wij willen niet zeggen, dat deze school juist slecht bezocht wordt, maar zeggen, dat zij bezocht wordt door allen, die daarvoor in aanmerking komen, kunnen we toch evenmin.
Thans ziet men, hoe de arbeidende bevolking van Oss die school veel meer had moeten waarderen, hoe zij deze gelegenheid had moeten gebruiken om de kinderen een vak te doen leeren, waarin zij bij ontbreking van ongeschoolden arbeid hun brood konden verdienen.
Men zal zeggen, dat ook in verschillende ‘vakken’ de slapte groot is.
Het is zoo, het valt niet te ontkennen.
Maar vast staat toch, dat daarmede toch voor zeer velen, die thans geheel werkloos zijn, althans een gelegenheid tot beperkte werkzaamheid zou zijn bestaan gebleven.
Nu kunnen zij niets.
Wij hopen dan ook, dat deze periode van werkloosheid dit goede zal bewerken, dat de bevolking van Oss het groote nut van ambachtsonderwijs meer zal beseffen.
Een tweede overweging is, op welke wijze aan deze ramp is tegemoet te komen.
Wij willen hier geen bepaalde voorziening in den nood voorstellen.
Maar toch meenen wij hier den wensch te mogen uitspreken, dat een voorbeeld worde genomen aan andere plaatsen en worde nagegaan, welke middelen zooal worden aangewend om tot nuttige werkverschaffing te geraken.
Gelukkig kunnen we zeggen, dat deze wensch reeds een begin van vervulling heeft ontvangen.
Wij verheugen ons daarover en als wij desondanks onzen wensch nog uitspreken, dan is het om allen op te wekken en vooral hen, die in dit opzicht een bijzonderen steun verleenen kunnen, om elke weloverwogen poging in deze richting zoo krachtig mogelijk te steunen.
- Published in: De Stad Oss, 18 May 1921, page 1 (editorial). The editorial is not signed. The text is attributed to Titus Brandsma, the chief editor of the newspaper (See: NCI OP28.33). ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2025