Uitleg van den Regel

undated

notes for a talk

 

MR.

Uitleg van den Regel

[1]

Inleiding. Onze kloosterregel nadere omschrijving van het geestelijk leven in het algemeen.

Grondslag moet eerst worden gelegd. Daarop kan in verschillende richting worden verder gebouwd.

In obsequio Jesu Christi. Ons bij Hem aansluiten. Hem hulde brengen, liefde betuigen. Niet louter volgen, maar volgen omdat we willen. Welbewust en door liefde gedreven. Hem als onzen Heer, onzen Koning, onzen Aanvoerder beschouwen.

Hem dienen. Deservire. Servus Christi. Ons schikken naar zijn Voorzienigheid. Onze oogen op Hem gericht houden. Alles aannemen uit zijn Hand. Doen wat zijn Voorzienigheid van ons vraagt, wat de plicht ons gebiedt.

Drie eigenschappen van dien dienst van God:

Fideliter. Oprecht en trouw. Niet halfslachtig. God moet op ons aankunnen. Het Rijk der Hemelen lijdt geweld. Niet door moeilijkheden van den dienst van God worden afgebracht. Juist dan onze liefde, onze aanhankelijkheid toonen.

De corde puro. Met een zuivere meening. Voor God. Uit liefde. Ons hart niet verdeelen tusschen God en de wereld. De wereld zien met God op den achtergrond, zoodat Hij er geen tegenstelling mee schept.

Bona conscientia. Zoodat we tevreden zijn en het ons bevredigt. Ons dat afvragen. Welbewust moeten we God dienen. We moeten weten, wat we doen en onze handeling[en] moeten ons doen leven. Het hooger leven aldus in ons onderhouden en ons daarin gelukkig gevoelen. Geen sleur. Rekenschap vragen van de wijze, waarop wij Gods genade gebruiken.

Deze drie eigenschappen eischen ingekeerdheid, innerlijk leven. Dikwijls in onszelve treden met God alleen. Ipsi obsequium praestare. Hem aanbidden. Zijn hulp vragen. Ons in zijn dienst stellen, zeker, dat we dan zijn hulp ontvangen en Hij ons voorgaat. Hem dikwijls zien. Ons leven een navolging van het Zijne.

Maria ons voorbeeld.

 


  1. Typescript (NCI OP89.51), 1 page. Undated. The text is probably written by Brandsma for a house chapter while he was prior of the Carmelite Convent of Nijmegen (1929-1932). The text is about the 2nd chapter of the Carmelite Rule (“Multipharie multisque modis sancti patres instituerunt qualiter quisque, in quocumque ordine fuerit, vel quemcumque modum religiosae vitae elegerit, in obsequio Ihesu Christi vivere debeat, et eidem fideliter de corde puro et bona conscientia deservire.”)

 

© Nederlandse Provincie Karmelieten

Published: Titus Brandsma Instituut 2024