1939
Article
Nijmegen
De stad van de Katholieke Universiteit
Nijmegen heeft veel, dat degenen, die uit Indië terugkomen, trekt en aanlokt. Maar onder dat vele staat de Universiteit, die er vijftien jaar geleden gesticht werd, wel op de eerste plaats. Zij geeft eer en aanzien aan de oude stad van Karel den Groote, gelijk diens naam haar eert. Zij heet de Keizer-Karel-Universiteit, die door zich dien naam te geven er op wijst, dat zij de tradities voortzet, eens door de schola palatina van Keizer Karel ook te Nijmegen gevestigd. Een katholieke traditie, die de stad niet verloochent. Tal van ouders, van Indië terugkeerend, meer om hun kinderen dan om zichzelf, kozen Nijmegen tot hun nieuwe woonplaats, omdat deze stad niet slechts een heerlijke woonplaats voor hen is, maar hun ook de gelegenheid biedt, er hun kinderen een hoogere weterschappelijke opvoeding te geven in Katholieken zin. Naast de Universiteit staan natuurlijk ook andere inrichtingen van onderwijs, we mogen wel zeggen, op alle gebied, van lager tot middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs, bloeiende inrichtingen op Katholieken grondslag. Hierin staat Nijmegen niet achter bij andere groote steden, ja, we mogen wel zeggen, dat het daarvan zeker zoo goed voorzien is als welke andere stad, maar het staat daarmee niet op een uitzonderlijke plaats, door zijn Universiteit neemt het een geheel eigen plaats in, omdat nu eenmaal voor vele ambten en beroepen een universitaire opleiding noodzakelijk is en de Katholieken er toch prijs op stellen, geheel de opvoeding van hun kinderen, tot de universitair toe, doordeesemd te zien van de Katholieke beginselen.
De Universiteit is nog niet uitgebouwd. Zij bezit nog slechts drie faculteiten, maar dit is voor velen voor hun kinderen genoeg. Vele ouders zijn in elk geval blij, tenminste voor een studie in de juridische en literaire richting een Katholieke opleiding te vinden. Deze gelegenheid beslist voor velen de keus, die vaak moeilijk is. [448]
Het is niet de Universiteit alleen, die hier den doorslag geeft, maar met de Universiteit zijn nog vele andere mooie dingen verbonden, die als vanzelf voor een stad voortspruiten uit het feit, dat er een universiteit is gevestigd. Tal van instituten verrezen sindsdien te Nijmegen, die er het cultureel peil verhoogden. Er bloeit een academische kring, een universiteitsvereeniging, er komen steeds meer menschen wonen, die op verblijf in een cultureel centrum prijs stellen. In voorbereiding tot de stichting van een medische faculteit onderging het ziekenhuis er een sterke uitbreiding en het is te verwachten, dat in deze richting de ontwikkeling nog veel verder zal gaan.
Dat is juist het mooie en aanlokkelijke van een stad met een nog jonge Universiteit, dat de bevolking er geestdrift voor gevoelt, dat er aan den uitbouw en bekroning gewerkt wordt en zij aldus in de stad verwachtingen wekt, energie prikkelt, idealisme doet blijven bestaan.
Nijmegen is een stad vol leven, door zijn universiteit verjeugdigd, door zijn universiteit tot groote dingen geroepen.
En hoe meer er zich vestigen om de Universiteit, hoe sterker de uitgroei van de Universiteit en daarmee van het cultureele leven gewaarborgd en verzekerd is.
Nijmegen ziet daarom gaarne, dat men er zich vestigt om de Universiteit. Het heeft dit verwacht en voorzien en is daarom zoo breed van blik geweest, zich bij de stichting er van tot een hooge subsidie van de zijde der gemeente te verplichten, omdat de gelden daaraan besteed, meer dan vele andere uit te geven bedragen den bloei en groei der stad verzekeren.
Nijmegen is sinds de stichting der Universiteit zienderoogen vooruitgegaan in aantal inwoners, zoo sterk zelfs, dat het in betrekkelijk korten tijd Arnhem op zij kwam en reeds enkele jaren geleden met sprongen is voorbijgestreefd, al heel dicht aan de honderdduizend inwoners komt.
Het feit, dat om de Universiteit vele terugkeerenden uit Indië om hun kinderen Nijmegen tot woonstee kozen, heeft ook meegebracht, dat het aantal personen met een Indisch verleden er geleidelijk zeer groot is geworden en nog [449] steeds groeit, zoodat wie uit Indië terugkeert er aanstonds tal van bekenden vindt en er thuis is. Men ziet het aan de inrichtingen, niet slechts voor oud-Indische militairen, die er een schitterend tehuis hebben, maar ook aan tal van restaurants en andere instellingen, die zich op personen uit Indië repatriëerend ingesteld hebben.
Ik zou natuurlijk over veel andere mooie dingen van Nijmegen de loftrompet kunnen steken, over zijn heerlijke en schilderachtige omgeving, over zijn gunstige en prachtige ligging, over zijn parken en den aanleg zijner straten en plantsoenen, over zijn vele mooie kerken, over de rijke schakeering van het katholieke leven op allerlei gebied en zoo zou ik kunnen verder gaan, maar het komt mij voor, dat in een Gids, als door het Katholiek Indisch Bureau uitgegeven, er wel bijzonder de aandacht op mocht gevestigd worden, als op een geheel uitzonderlijke glorie van deze oude Waal-stad, dat zij werd uitverkoren om binnen haar muren de Katholieke Universiteit te hebben met alles, wat dit voorrecht insluit.
“In Dei nomine feliciter.” Dat is de oude spreuk, onder het wapen van de Universiteit geplaatst en als haar devies gekozen.
“In Dei nomine feliciter”: Ik zou het voor allen, die naar Nijmegen komen, willen vertalen met: “In Godes Naam een gelukkige toekomst tegemoet.”
Moge die spreuk voor hen, die er door gelokt worden naar Nijmegen te gaan, door Gods zegen bewaarheid worden.
Prof. Dr. Titus Brandsma, O.Carm.
- Published in: P.J.F.J. Schnebbelié (directeur van het Katholiek Indisch Bureau), Wegwijzer voor katholieken, die voornemens zijn naar Indië te vertrekken, en voor hen die van Indië naar Holland komen, The Hague 1939, 447-449. The NCI preserves a proofreading. The proofreading is signed with ‘Nijmegen. Meimaand 1938. Prof. Dr. Titus Brandsma, O.Carm’. ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2024