Bij de overdracht

Article

1921

Het is nu juist twee jaar geleden, dat de heer Acket besloot, de redactie van ‘de Stad Oss’, welke hij ruim vijf en dertig jaar voerde, over te geven aan jongere krachten en deze aan mij wilde toevertrouwen.

Hij maakte mij die taak licht door het blad aanzienlijk uit te breiden en aan de redactie zijn medewerking te blijven verleenen. Er komt ook bij de redactie van een plaatselijk blad zoo menige vraag voor, dat voorlichting van een ter zake bevoegde op hoogen prijs is te stellen en gaarne breng ik hier den heer Acket dank voor menige aanduiding en vingerwijzing, waarvan ik dankbaar gebruik maakte, niet minder voor zijn geregelde medewerking.

Intusschen vorderden de jaren en wij moeten het billijken, dat de heer Acket de beslommeringen, welke de uitgave van een blad meebrengt, aan anderen wenscht over te laten.

De uitgave van een plaatschelijk blad, wil het eenigzins voldoen aan de eischen, welke daaraan mogen worden gesteld, brengt bovendien zulke belangrijke geldelijke offers mede, dat de wijze, waarop deze het best kunnen worden goedgemaakt en ten deele ook verminderd, een punt van ernstige overweging moeten vormen.

Wij leven in een tijd van coöperatie en combinatie en, zoo in één opzicht coöperatie noodzakelijk is en gewenscht, dan is dit wel voor de Katholieke Pers.

Nu de heer Acket het blad in andere handen wenschte over te geven, getuigt het van liefde voor zijn blad, dat hij aansluiting zocht bij reeds bestaande in de naaste omgeving uitgegeven dagbladen en het verheugt ons te kunnen mededeelen, dat de Administratie van ‘Het Huisgezin’ zich bereid verklaarde, onder de gestelde voorwaarden, de uitgave van ‘de Stad Oss’ over te nemen.

Bij deze combinatie kan ‘de Stad Oss’ niet anders dan wel varen. De traditie van ‘Het Huisgezin’ is er borg voor. Het beteekent voor ons blad een nieuwe uitbreiding, een verbetering.

Niet slechts is het formaat eenigzins grooter, zoodat meer ruimte beschikbaar komt, door verbinding met de Redactie van een gewestelijk dagblad is het mogelijk nieuwe rubrieken op te nemen, waarvoor de redactie van een plaatselijk blad alleen de kosten niet kan dragen.

Intusschen blijft ‘de Stad Oss’ een plaatselijk blad.

De courant behoudt haar karakter geheel. Dat bij de wisseling van uitgever de redactie dezelfde blijft, duidt reeds aan, dat geen nieuwe wegen worden ingeslagen, ingtegendeel, op den ouden weg wordt voortgegaan. Het plaatselijke zal als tot heden de voornaamste plaats in het blad innemen, omdat vooral voor het plaatselijk nieuws een blad als ‘de stad Oss’ wordt gelezen.

Voor andere berichten hebben de lezers, die zich daarvoor interesseeren, veelal andere bronnen. Voor hen, die deze niet hebben, wordt althans het voornaamste en meest belangwekkende opgenomen.

Zoo zullen we trachten, ook met den nieuwen Uitgever samen te werken om den lezers in Oss en omgeving te geven, wat zij in hun plaatselijk blad óf wenschen, óf moeten lezen, eenerzijds om hen in te lichten omtrent hetgeen in de naaste omgeving geschiedt, anderzijds om, waar het noodig is, voor te lichten en tot het goede op te wekken.

Toen wij voor twee jaar ook in het begin der Meimaand de redactie overnamen, stelden wij fier op onze traditie van Lieve-Vrouwebroeders, ons werk onder hare bijzondere schutse en bescherming. Thans herhalen wij die toewijding. Als de middeleeuwsche ridders trekken wij den degen, dat wil zeggen, nemen wij de pen op haar ter eer, er van verzekerd, dat strijdend onder haar banier onze strijdwijze nobel, ons ideaal zuiver, ons welslagen zeker is.

In de twee jaar, welke wij de Redactie voerden, mochten wij, mede dank de uitbreiding door den heer Acket aan het blad gegeven, het aantal abonné’s zien verdubbelen. ‘De Stad Oss’ is het algemeen gelezen blad van het kwartier van Maasland geworden, veler medewerking moeten wij hierbij dankbaar gedenken. Moge ook in de toekomst die medewerking ons niet ontbreken en door aller samenwerking ‘de Stad Oss’ een tijdperk van nieuwe uitbreiding en bloei tegemoet gaan.

Published in: De Stad Oss, 3 May 1921, page 1, unsigned (editorial). The text is attributed to Titus Brandsma, the chief editor of the newspaper (See: NCI OP28.25). ↑

Published: Titus Brandsma Instituut 2025