Editorial postscript
1921
Naschrift der Redactie
Het doet natuurlijk ook ons oprecht leed, dat door een onvrijwillige fout ter zetterij, ontstaan door het verdeelen der copie over meer zetters, een gedeelte van het ingezonden stuk van den heer Smits op een verkeerde plaats is gezet, waardoor de lezing eenigzins is belemmerd. Hoe gaarne wij in deze zaak den gerechten inzender zouden terwille zijn, meenen wij toch van herplaatsing van het lange stuk te moeten afzien, omdat na de boven gegeven aanwijzing ieder, die in deze zaak belang stelt, zonder veel moeite het verbroken verband herstelt. Al willen we verder toegeven, dat het aanbrengen van de aangegeven cursiveeringen het stuk nog meer had doen spreken, we gelooven, dat ’t stuk aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat en de cursiveering niet behoeft, om op bepaalde onderdeelen nog meer de aandacht te vestigen. De stijl vestigt voldoende de aandacht op hetgeen in deze zaak naar de meening van den geachten inzender op de eerste plaats in het oog moet worden gehouden. Hij houde het ons dus ten goede, dat wij den lezer naar ons vorig nummer verwijzen, opdat hij daarin voor zich zelven het verbroken verband herstelle en door aandachtige lezing het weglaten der cursiveeringen goedmake.
- Published in: De Stad Oss, 31 May 1921, p. 3. The postscript from the editor is not signed, but attributed to Titus Brandsma, the chief editor of the newspaper (See: NCI OP28.35). The postscript is the answer to a published letter to the editor of ‘Smits, Commies-Chef van Algem. Zaken ter Secret. gemeente Oss’:
Zeereerw. Pater.
U zult wel zoo goed wezen er in uw courant op te willen wijzen, dat mijn [in the publication erroneously ‘dat men’] ingezonden stuk, voorkomende in uw blad van Vrijdag 27 Mei j.l. ter uwer drukkerij nog al aardig uit zijn verband is gerukt, waardoor het geheel moeielijk was te volgen.
De geheele passage, in de 2e kolom, welke passage aanvangt met de woorden: “En toen ik dien brief las, enz.” en eindigt met de woorden “… en ten aanzien waarvan u niet in staat is deze te weerleggen,” behoort te volgen [in the publication erroneously ‘de volgen’] achter den zin, voorkomende in de 4e kolom, welke zin luidt: Zijne Excellentie vroeg daarin o.m. of de gemeente genegen was de 25% der in totaal te verleenen bijdragen voor haar rekening te nemen.
Bovendien zijn mijn cursiveeringen niet in acht genomen, hetgeen aan de waarde en aan de duidelijkheid van mijn stuk allesbehalve ten goede komt.
Ik zou haast willen vragen om het stuk nog eens te plaatsen, waartoe ik dan ook mijn copie met cursiveeringen disponibel zal stellen; of is dit misschien te veel gevergd? Zoo ja, dan wil ik me er natuurlijk gaarne bij neerleggen, hoewel mij gebleken is, dat het stuk, zooals het thans geplaatst is, een onbevredigenden indruk wekt.
Hoogachtend en met beleefden groet,
J. M. Smits.
Oss, 28 Mei 1921. ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2025