Article
1921
Crisislessen
Er is een Kabinetscrisis.
Het ontwerp van minister Pop met betrekking tot de dienstplichtregeling heeft geen meerderheid in de Kamer kunnen vinden en de Regeering had gezegd, dat zij verwerping er van zou beschouwen als een afkeuring van haar beleid.
Het ontwerp hield het midden tusschen de heeren, die het beginsel huldigen van “geen man en geen cent” en hen, die nog altijd heil zien in een groot welgeoefend leger.
Het is dan ook gevallen door de stemmen van personen, die in defensiebeleid recht tegenover elkander staan. Den eenen was het te slap, den anderen nog veel te militairistisch.
Men mompelt nu over de toekomst.
De een meent, dat het Kabinet zal aftreden om plaats te maken voor een zakenkabinet, een ander denkt, dat het nog zoo’n vaart niet nemen zal en ten slotte niemand zal heengaan dan de minister van Oorlog. Weer anderen spreken van Kamerontbinding, enz.
Wij willen op de toekomst maar niet vooruitloopen en ons aan geen voorspellingen wagen.
Wel willen we als onze hoop uitspreken, dat het Kabinet zeker zijn ontslag aanbiede, maar de Koningin den huidigen minister-president Ruys de Beerenbrouck weder opdrage een Kabinet te vormen en daarin die ministers van het oude ministerie op te nemen, welke er met het oog op den politieken toestand genoegen mede kunnen nemen, dat de defensiepolitiek een weinig worde gewijzigd en voor hen, die dat niet kunnen vereenigen met hun beginselen, andere mannen van rechts worden gezocht.
Een reconstructie dus van het Kabinet niet tot een Zakenkabinet, maar tot een Kabinet van rechtsche richting, waarin ten opzichte van de betwiste punten te voren een accoord wordt getroffen, opdat ten slotte kwesties van ondergeschikt belang niet scheiden, wie voor kwesties van veel groter belang noodzakelijk moeten samengaan.
Doch laten we ons niet verder in de oplossing van het politieke raadsel verdiepen.
Ik schreef hierboven “Crisislessen”.
Ik dacht daarbij op de allereerste plaats aan mogelijke Kamerontbinding.
Deze oplossing van het vraagstuk is heel niet uitgesloten.
Dan zouden we verkiezingen krijgen.
Bij die verkiezingen zouden ook de vrouwen moeten stemmen.
Zijn zij er op voorbereid?
Is het niet, alsof, nu er brand is, wij nog een brandweer in elkaar moeten zetten.
Als zooiets bij brand nog moet gebeuren, dan moeten er heel handige en organisatorisch aangelegden de leiding hebben om nog iets van het blusschingswerk te recht te doen komen.
Wat zou het hier in Oss geven, als over een paar weken de vrouwen naar de stembus zouden moeten gaan.
En toch telt dan iedere stem.
Evenredig aan het aantal over het heele land uitgebrachte stemmen zal in de Kamer onze vertegenwoordiging zijn.
Deze crisis moge de Kiesvereenigingen uit den dommel wekken.
- Published in: De Stad Oss, 17 June 1921, page 1 (editorial). The editorial is not signed. The text is attributed to Titus Brandsma, the chief editor of the newspaper (See: NCI OP28.39). ↑
© Nederlandse Provincie Karmelieten
Published: Titus Brandsma Instituut 2025